De fruitvlieg

De fruitvlieg: Drosophyla funebris

Algemeen:

De fruitvlieg, ook wel bekend onder de namen biervlieg, bananenvlieg, azijnvlieg,
Bederfvlieg of wijnvlieg, doet zijn namen eer aan. Overal waar fruit iets te lang ligt, waar flessen met restjes frisdrank staan, waar voedsel ligt te rotten of rond lekkende biertappen kan men deze aantreffen.
Het insect is prima aangepast aan het leven in een vochtige omgeving doordat zowel de eitjes, larven en poppen voorzien zijn van een adembuis. Onder gunstige omstandigheden (vochtig en warm) kunnen fruitvliegjes zich ongelooflijk snel voortplanten, dit is een van de redenen waarom ze veel gebruikt worden voor bijvoorbeeld erfelijkheidsonderzoek.

Schade:

Op plaatsen waar levensmiddelen opgeslagen of bereid worden kunnen fruitvliegjes in grote getallen voorkomen, ze leven weliswaar op rottend materiaal maar kunnen ook heel gemakkelijk levensmiddelen besmetten die pas bereid zijn of nog verwerkt moeten worden.

Wering en bestrijding:

Een goede hygiëne en het gesloten bewaren van levensmiddelen is een eerste voorwaarde voor het voorkomen van de ontwikkeling van fruitvliegjes. Fruitvliegjes zijn slechte vliegers die dicht bij de voedselbron blijven zodat een besmettingsbron gemakkelijk op te sporen en schoon te maken is. Goed schoonmaken maakt in de regel een bestrijding overbodig, is bestrijding echter toch nodig dan wordt vaak gebruik gemaakt van vliegenlampen met vangplaten of door gebruik te maken van een chemisch bestrijdingsmiddel.

Kenmerken:

Formaat: 3 tot 4 millimeter
Vleugels: 1 paar, in rust boven elkaar gevouwen
Kleur: geelbruin
Aantal eieren: 400 tot 800
Ontwikkelingsduur: 1 tot 2 weken, volkomen gedaanteverwisseling
Geslachtsrijp: na 24 uur
Larven: ontwikkelen zich in vochtig rottend materiaal
Voorkeurvoedsel: rottend fruit

Share by: